VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

Opzetclausule onduidelijk: regres op man die beveiliger aanreed mislukt

Geplaatst op: 04-09-2018, 16:50:34

De beveiliger gekleed in een jas met ‘toezicht’ gaf een stopteken met beide handen. De jonge automobilist remde eerst af, maar trapte vervolgens het gaspedaal in en reed de man omver. De toezichthouder van het ROC in Tilburg belandde via de motorkap op de grond en de auto reed weg. Een politierechter achtte opzettelijke mishandeling bewezen, maar van de kantonrechter hoeft de dader de letselclaim niet terug te betalen aan ZLM. De opzetclausule was niet duidelijk genoeg.

Als WA-verzekeraar betaalde ZLM ruim 35.000 euro uit aan het slachtoffer. Omdat in de polisvoorwaarden van de autoverzekering een opzetclausule staat, is de schade volgens ZLM niet verzekerd. De verzekeraar wil daarom het bedrag dat het uitkeerde aan het slachtoffer verhalen op de dader.

Objectieve maatstaven

De advocaat van ZLM beargumenteerde dat voor de kantonrechter als volgt: “Hij heeft welbewust en bij volle verstand gehandeld. Daarmee is opzet, in ieder geval ten aanzien van het op de koop toe nemen dat hij [naam] zou aanrijden, gegeven. [Gedaagde] is strafrechtelijk veroordeeld voor de opzettelijke mishandeling van [naam]. Dat onderstreept het opzettelijk handelen van [gedaagde]. De precieze gradatie van het opzet (oogmerk, zekerheidsbewustzijn of voorwaardelijk opzet) heeft voor de uitleg van de opzetclausule geen zelfstandige betekening. Deze gradatie betreft een juridische kwalificatie en is niet relevant voor de vraag hoe partijen het begrip opzet in de opzetclausule hebben mogen begrijpen. De vraag is of de schade, naar objectieve maatstaven, het te verwachten gevolg van de gedraging van [gedaagde] is.”

Voorwaardelijke opzet

De advocaat van de mishandelaar was van mening dat de juridische gradaties van opzet wel van belang zijn in de zaak. Volgens de Tilburgse raadsman was er sprake van bewuste dan wel onbewuste schuld. Als dat verworpen zou worden, zouden de acties volgens hem als ‘voorwaardelijke opzet’ kwalificeren. Bewuste en onbewuste schuld zijn niet uitgesloten in de polisvoorwaarden. In het geval van voorwaardelijke opzet is alleen rijden onder invloed uitgesloten van dekking volgens de voorwaarden. In beide kwalificaties zou de autoverzekering volgens de verdediging gewoon dekking moeten bieden voor het letsel van de beveiliger.

Omdat de automobilist de kans op letsel bij de beveiliger bewust aanvaardde bij het gas geven, was er volgens de kantonrechter geen sprake van bewuste of onbewuste schuld, maar voorwaardelijke opzet. Anders gesteld: letsel was niet het doel van zijn handelen, maar hij accepteerde wel het enorme risico dat gas geven en doorrijden veroorzaakte.

Niet beoogd letsel

Omdat de opzetclausule van ZLM onvoldoende duidelijk maakt welke gradatie van opzet uitgesloten is van dekking, achtte de kantonrechter de clausule in deze zaak niet van toepassing. “Een definitie van opzet of opzettelijk veroorzaakte schade is in de polisvoorwaarden ook niet opgenomen. [Gedaagde] kon daar derhalve niet uit opmaken dat ook schade die hij niet heeft beoogd of gewild (maar wel op de koop heeft toegenomen) van dekking zou zijn uitgesloten.”

De kantonrechter gaf aan dat ZLM de kosten wel had kunnen verhalen als de verzekeraar expliciet de schade door alle gradaties van opzet had uitgesloten. “[Gedaagde] had dat wel kunnen begrijpen als niet alleen opzettelijk veroorzaakte schade, maar ook schade die door roekeloosheid is veroorzaakt van dekking zou zijn uitgesloten, zoals artikel 7:952 BW bepaalt. De toevoeging van de term roekeloosheid in die wettelijke bepaling maakt namelijk duidelijk dat ook niet beoogde schade van dekking kan zijn uitgesloten en dat schade ten gevolge van het volledige scala van opzetvormen (tussen oogmerk als de zwaarste vorm van opzet en roekeloosheid als de zwaarste, aan opzet grenzende, schuldvorm) van dekking is uitgesloten.”

‘Niet wenselijk’

In een reactie aan amweb laat de advocaat van ZLM Huib Struijk weten dat de uitspraak hem heeft verbaasd. De raadsman en ZLM beraden zich nog op een hoger beroep. Volgens de advocaat is het ook voor toekomstige zaken ‘niet wenselijk dat deze uitspraak blijft bestaan.’

Bron: publicatie van Bart van de Laak van 21 augustus 2018 op www.amweb.nl  

Vorige pagina